STIKKELBROECK | VAN UDEN | CRATSBORN advocaten

maandag, mei 22, 2006

Berging ter vergroting woongenot vergunningsvrij

Voor bouwwerkzaamheden is in de regel een bouwvergunning vereist. Behalve, onder andere, als het bouwwerkzaamheden van beperkte betekenis betreft. In het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken is precies vastgelegd welke bouwwerkzaamheden van dusdanige beperkte betekenis zijn, dat deze zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeente kunnen worden verricht. Soms kan, wanneer aan een bepaald criterium niet is voldaan, worden volstaan met een zogenoemde lichte bouwvergunning. Het verschil met een reguliere bouwvergunning is dat een licht-bouwvergunningplichtig bouwwerk aan minder eisen wordt getoetst. Omdat een bouwvergunningsvrij bouwwerk niet aan voorafgaande toetsing door de gemeente is onderworpen, wordt dit dus ook niet aan het bestemmingsplan getoetst. Eventuele bouwvoorschriften uit een bestemmingsplan zijn dan dus niet op het bouwwerk van toepassing. Mag een tuin volgens die bouwvoorschriften bijvoorbeeld maar voor 50% worden bebouwd, dan kan een vergunningvrije aanbouw waarmee die 50% wordt overschreden toch worden gebouwd. Om vergunningsvrij te zijn verlangt het Besluit, voor aan- en uitbouwen, maar ook voor bijgebouwen bij woningen dat de bebouwing strekt tot vergroting van het woongenot. Bij een aan- of uitbouw bij een woning is dat natuurlijk snel vastgesteld. Maar hoe zit dat met bijgebouwen, bijvoorbeeld bergingen? De rechtbank Den Haag oordeelde op 10 mei 2005 dat de gewenste buitenbergingen niet dienden ter vergroting van het woongenot, en dat er daarom van vergunningvrij bouwen geen sprake kon zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak corrigeerde dit in een uitspraak van 19 april 2006, en verwijst daarbij naar de toelichting op het Besluit.