LAST IN FIRST OUT UIT WERKLOOSHEIDSWET

Het kabinet heeft ingestemd met het SER-advies over de toekomst van de werkloosheidswet. Werkgevers hoeven niet meer de laatst aangenomen werknemers als eersten te ontslaan. De ontslagvergoeding zal niet op de ww-uitkering worden gekort. De duur van de uitkering wordt verkort tot maximaal drie jaar en twee maanden. Pro forma procedures bij de kantonrechter zullen in veel gevallen niet meer nodig zijn om een ww-uitkering veilig te stellen.
Het criterium 'last in, first out' (lifo) zal niet langer het leidende beginsel zijn bij de keuze wie er bij een reorganisatie wordt ontslagen. Het nieuwe principe heet het 'afspiegelingsbeginsel', waarbij ontslagen meer moeten worden gespreid over de verschillende leeftijdscategorieën in een bedrijf. Sociale partners mogen in een cao ook andere ontslagcriteria afspreken.

Wat is een IBO

Een investeringsbeschermingsovereenkomst (IBO) is een verdrag tussen twee landen, waarin bindende afspraken worden gemaakt over de behandeling van investeringen van investeerders van het ene land op het grondgebied van het andere land. Met een IBO wordt beoogd een kader te scheppen met regels over de behandeling van investeringen, waarop investeerders rechtstreeks een beroep kunnen doen. Door afspraken te maken in de vorm van een verdrag, wordt aan investeerders de zekerheid geboden, dat gedurende de looptijd van het verdrag, investeringen op het grondgebied van het andere land beschermd worden. Een verdrag kan niet eenzijdig gewijzigd worden door een van de partijen. Wetten daarentegen kunnen op elk moment door een land gewijzigd worden. Doordat Nederland een modeltekst hanteert, waarin onder meer altijd de meestbegunstigingsclausule staat, ontstaat er een netwerk van gelijksoortige overeenkomsten waar Nederlandse investeerders in het buitenland en buitenlandse investeerders in Nederland op kunnen rekenen.

Dexia betaalt inleg terug

mr Alex van Uden van ons advocatenkantoor heeft een belangrijke doorbraak bereikt. De rechtbank te Maastricht heeft onlangs uitgesproken dat een echtpaar de betaalde inleg moet terug krijgen van een afgesloten aandelen-lease contract. Dit is de eerste keer dat een rechtbank Dexia veroordeelt tot het terugbetalen van de totale inleg van een klant. Behalve het terugbetalen van de inleg is Dexia ook veroordeeld tot het op straffe van een dwangsom ongedaan maken van de registratie bij het Bureau kredietregistratie (BKR) te Tiel. Tevens hoeft het echtpaar de openstaande restschuld niet te betalen. Wilt u meer informatie, bel met Alex van Uden.

Richtlijn beroepskwalificaties

De richtlijn beroepskwalificaties is door het Europees Parlement aangenomen.
De nieuwe richtlijn brengt alle bestaande richtlijnen onder een noemer en zorgt ervoor dat werknemers veel makkelijker in andere lidstaten aan de slag kunnen op basis van de beroepskwalificaties die in hun eigen land gelden.Om dat mogelijk te maken werkt de richtlijn met een systeem van vijf opleidingsniveaus die door alle lidstaten erkend worden. Iemand met een universitaire opleiding valt al snel in niveau vier of vijf en kan vervolgens op basis van die indeling vrijelijk zijn beroep in een andere lidstaat uitoefenen. Het werkland controleert het opleidingsniveau wel, maar mag geen eigen voorwaarden en eisen meer stellen. Aanmelding bij een nationale beroepsorganisatie is in de meeste gevallen ook niet nodig. Er zijn een paar uitzonderingen gemaakt. Notarissen vallen op grond van hun wettelijke taak helemaal buiten de richtlijn. Andere gereguleerde beroepen, zoals artsen en architecten, dienen zich bij vestiging in een andere lidstaat wel eerst bij de beroepsorganisatie te melden, zodat hun aansprakelijkheid goed geregeld is.

Vrije autoverkoop

In oktober 2005 vervalt de zogeheten locatieclausule in autodealercontracten. Het betekent dat elke garagist het automerk van zijn keuze mag gaan verkopen, mits uiteraard aan een aantal (strenge) eisen wordt voldaan. Tot nog toe waren het de importeurs die de exclusieve verkooprechten voor de regio’s verdeelden. Sedert 2003 is het onderhoud al niet meer aan de merkdealer voorbehouden.

Hoger beroep voorlopige voorziening bestuurszaak

De Algemene wet bestuursrecht voorziet niet in de mogelijkheid van hoger beroep tegen een in voorlopige voorziening gedane uitspraak. Onlangs heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State desondanks hoger beroep tegen een dergelijke uitspraak in voorlopige voorziening aanvaard. Omdat er volgens de Afdeling sprake was van schending van eisen van goede procesorde en fundamentele rechtsbeginselen, met name van dat van hoor en wederhoor, zodanig dat van een eerlijk proces geen sprake is geweest, achtte de Afdeling een uitzondering op het verbod van hoger beroep op zijn plaats. De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de voorlopige voorziening. Men dient geen hoge verwachtingen te hebben van de gevolgen van deze uitspraak. Het kan er wellicht toe leiden dat vaker zal worden getracht een gegeven voorlopige voorziening door de Afdeling te laten vernietigen. Ik verwacht echter niet dat dit tot het gewenste effect zal leiden. Een schending van fundamentele rechtsbeginselen wordt niet licht aangenomen. Er bestaat evenmin communis opinio over wat onder een goede procesorde dient te worden verstaan, zodat ook niet goed voorspelbaar is wanneer de Afdeling zal aannemen dat deze zodanig is geschonden dat het appèl toelaatbaar wordt geacht.