STIKKELBROECK | VAN UDEN | CRATSBORN advocaten

maandag, september 01, 2008

Wijziging arbeidsovereenkomst

In 1998 oordeelde de Hoge Raad dat in het geval van gewijzigde omstandigheden de eisen van goed werknemerschap met zich brengen dat werknemers in principe op redelijke voorstellen van hun werkgever tot wijziging van de arbeidsovereenkomst hebben in te gaan. Afwijzen van voorstellen tot wijziging mocht alleen wanneer aanvaarding redelijkerwijs niet van hen kon worden gevergd. In de praktijk diende de werknemer maar uit te leggen waarom van hem niet verwacht mocht worden dat hij met het voorstel tot aanpassen van de overeenkomst instemde. Onlangs heeft de Hoge Raad deze Taxi Hofman leer aangepast.
In een geschil tussen een werknemer en zijn werkgever was de werknemer door kantonrechter en Hof de Taxi Hofman leer tegengeworpen: hij had in principe positief moeten reageren toen, nadat het bedrijf verkocht was, de nieuwe eigenaar hem een aanzienlijk minder invloedrijke positie wilde aanbieden – als adviseur van diens jongere broer in plaats van als directeur.De Hoge Raad vond dit toch te gortig en formuleerde aanvullende voorwaarden:
Eerst moet nu beoordeeld worden of de werkgever als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging, én of het gedane voorstel redelijk was. Pas daarna, als die beide vragen positief zijn beantwoord, komt aan de orde of aanvaarding van dit voorstel wel in redelijkheid van de werknemer kon worden gevergd. Dit is een belangrijke aanpassing, omdat het nu in eerste instantie de werkgever is die moet aantonen waarom de wijziging nodig - en redelijk - is.

maandag, juni 30, 2008

De diectie stelt zich niet aansprakelijk!

De directie stelt zich niet aansprakelijk (voor schade, vermissing of diefstal) is een veelgebruikte tekst. De ondernemer bedoelt daarmee dat hij bij voorbaat zijn eigen verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en schadeplichtigheid uit te sluiten. De ander handelt op eigen risico door zijn jas daar neer te hangen of dat perceel te betreden. Helpt zo'n bordje met zo'n tekst?
Als het er echt op aankomt vaak niet. U staat voor een omheind perceel met bordjes als "Verboden toegang" en "Betreden op eigen risico". Vervolgens blijkt het hekwerk onder hoge stroom te staan of valt er een dakpan op uw hoofd of komt u in aanraking met zeer gevaarlijke giftige stoffen en loopt u ernstige schade op. U stelt de directie aansprakelijk en de rechter zal die vordering toewijzen. Die teksten op die bordjes pleiten de directie niet vrij. Men wist dat het niet veilig was en dan had men meer moeten doen dan enkel een bordje neerhangen.
U hangt uw jas bij een bemande garderobe. De jas wordt gestolen althans raakt zoek. Natuurlijk helpt zo'n bordje dan niet. Bij een onbemande garderobe ligt het anders. Maar als de directie weet dat er gestolen wordt als de raven - dat moet het slachtoffer wel zien te bewijzen - kan de aansprakelijkheid weer volgen uit het nalaten van maatregelen om diefstal te voorkomen en de bezoeker voor die ellende te behoeden.
Een andere route dan die van onrechtmatige daad is de weg van algemene voorwaarden. De tekst op het bord kan worden beschouwd als een algemene voorwaarde. De wet zegt dat algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend mogen zijn voor de consument. Of dat zo is hangt van de concrete omstandigheden van het geval af waarbij gekeken wordt naar de wederzijds kenbare belangen. Kortom, in veel gevallen zal de directie toch aansprakelijk worden gehouden. Wel is het mogelijk dat niet alleen de directie aansprakelijk is, maar heeft ook het slachtoffer eigen schuld aan het ontstaan van de schade. Per saldo krijgt het slachtoffer dan 10% 90% of iets wat er tussen in ligt.

dinsdag, juni 17, 2008

Werknemers bij doorstart na faillissement

Indien een onderneming failliet wordt verklaard, worden de ondernemingsactiviteiten in veel gevallen geheel of gedeeltelijk uit de boedel gekocht en voortgezet door een derde partij, niet zelden het oude management van de failliet. Hoe zit het met de rechten van de werknemers die bij de doorstart uit de oude onderneming worden overgenomen?

Vooropgesteld wordt dat de positie van werknemers meestal de reden is waarom het komt tot een doorstart na faillissement. Denkbaar zou namelijk zijn dat, voordat het tot een faillissement komt, de gezonde delen van het bedrijf worden verkocht en aan de crediteuren een percentage van hun vordering wordt uitbetaald. Maar in dat geval geldt de wettelijke regeling inzake de overgang van ondernemingen die meebrengt dat alle rechten en verplichtingen met betrekking tot personeel overgaan op de verkrijgende partij. De verkrijger wordt niet alleen geconfronteerd met een compleet personeelsbestand, maar ook met onbetaald gebleven loon, vakantierechten, pensioenpremies, overige premies en belasting.

Bij een faillissement geldt de regeling inzake de overgang van ondernemingen daarentegen niet. De verkrijger maakt een selectie van het gewenste personeel en begint met een schone lei. Maar hoe schoon is een schone lei? Minder schoon dan men in de praktijk vaak denkt.
De verkrijger kan bijvoorbeeld geen proeftijd meer bedingen. De proeftijd is namelijk bedoeld als kennismakingsperiode om de geschiktheid van de werknemer voor de bedongen werkzaamheden te toetsen. Als de verkrijger als opvolger van de oude werkgever moet worden beschouwd - en bij een doorstart is dat volgens de rechtspraak het geval -, én van de werknemer in feite dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden worden gevraagd, dan is een bedongen proeftijd nietig.

De verkrijger is ook beperkt in het aanbieden van een overeenkomst voor bepaalde tijd. Ook hier geldt dat de verkrijger als opvolgend werkgever moet worden beschouwd. In de keten van arbeidsovereenkomsten (3 in 3-regel: maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in maximaal 3 jaar) wordt de diensttijd bij de oude werkgever meegeteld. Indien de weknemer bij de oude werkgever een overeenkomst voor de duur van een jaar had en deze overeenkomst was door de oude werkgever met een jaar verlengd, dan mag de verkrijger nog slechts een arbeidsovereenkomst voor één jaar aanbieden. Nadien ontstaat van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Was de werknemer bij de oude werkgever voor onbepaalde tijd in dienst, dan mag de verkrijger niet opeens een overeenkomst voor bepaalde tijd bedingen. Althans dat bepaalde de kantonrechter Groningen in 2005. Wel moet worden aangetekend dat in de literatuur een ander standpunt wordt verdedigd, namelijk dat sommige rechtsgeleerden van mening zijn dat wel degelijk in zo’n geval een overeenkomst voor bepaalde tijd moet kunnen worden bedongen, mits de curator de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer rechtsgeldig had opgezegd. Hierover is het laatste woord dus nog niet gezegd.
In ieder geval zal een verkrijger er bij een doorstart alert op moeten zijn wie hij een arbeidsovereenkomst aanbiedt. Inzage in het personeelsbestand en het arbeidsverleden is daarbij onmisbaar.

donderdag, maart 06, 2008

Handelsnaam voeren

Artikel 5 Handelsnaamwet verbiedt een handelsnaam te voeren, die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard van beide ondernemingen en de vestigingsplaats bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen is te duchten. In een recent geschil bestond het naamsverschil uit slechts één letter en de uitspraak van beide woorden leverde hetzelfde klankbeeld op. De rechter was van eming dat de omstandigheid dat de namen grammaticaal en naar betekenis anders te duiden zijn aan de geringe afwijking niet af deed; namen worden door het publiek gewoonlijk niet ontleed, maar blijven vaak om andere redenen, bijvoorbeeld associatieve, hangen. Ook de onderscheiden logo's, verder beeldmateriaal of nadere beschrijvingen van de ondernemingen op van haar afkomstige kennisgevingen voorkomen niet dat de prominent gevoerde handelsnamen verwarrend op elkaar gelijken. Nu vast staat dat verzoekers hun handelsnaam eerder voerden, moet nog slechts worden nagegaan of dit rechtmatig gebeurde en of er verwarringgevaar te duchten is als in het wetsartikel bedoeld.
Met betrekking tot het verwarringgevaar werd door de rechter overwogen dat de afstand tussen de vestigingsplaatsen van de onderscheiden ondernemingen, vanwege haar aard, nauwelijks een rol speelt. Die aard betreft namelijk een specialistische, kleine, branche waarin het aantal ondernemingen - als die van partijen in deze zaak - gering is. Men komt al gauw in elkaars vaarwater, bijvoorbeeld ook omdat landelijk, doch in elk geval bovenregionaal, wordt geadverteerd. Verzoekers hebben in dit verband onbestreden aangevoerd dat zij al enkele keren zijn benaderd door personen of instellingen die in feite naar verweerster op zoek bleken. De opmerking van verweerster tijdens de mondelinge behandeling dat verzoekers van dit soort verwarring geen schade ondervinden - omdat het blijkbaar ging om potentiële klanten van verweerster - snijdt geen hout. De schade bestaat in het nodeloze tijdverlies, maar bovenal is van belang dat deze gebeurtenissen bevestigen dat bij het publiek wel degelijk verwarring bestaat c.q. dreigt.
De les die u hieruit leert: let goed op als u een bedrijfsnaam kiest. Het kan zijn dat de naam al wordt gebruikt maar dan mag er geen verwarring ontstaan binnen een regio en de branche.

dinsdag, januari 29, 2008

Aandelenlease

De gedupeerden van de aandelenlease-affaire van Dexia die naar de Hoge Raad zijn gestapt, krijgen mogelijk hun geld terug, inclusief rente. Dat blijkt uit een advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad. Volgens het advies is aandelenlease een vorm van huurkoop. Dat betekent dat onder de contracten ook de handtekening van een partner moet staan. Als die ontbreekt, is het hele leasecontract vernietigbaar. Deze regeling geldt niet voor de 165.000 aandelenleaseklanten die de zogeheten Duisenberg-regeling accepteerden. Beleggers die hiervan gebruik maakten, kregen twee derde van hun restschuld vergoed. Met de schikking was ongeveer 1 miljard euro gemoeid. Er zijn gedupeerden die niet akkoord gingen met de regeling en doorprocedeerden bij de Hoge Raad.

vrijdag, januari 18, 2008

Identificatieplicht aangescherpt

De identificatieplicht is sinds 1 januari uitgebreid en aangescherpt omdat de sancties strenger zijn als de administratieve verplichtingen niet (op tijd) door de werkgever worden nagekomen.
Werkgevers moesten tot 2008 alleen de identiteit van de werknemers vaststellen en een afschrift van het identiteitsbewijs opnemen in de loonadministratie. Vanaf 1 januari moet de werkgever ook nagaan of de werknemer in Nederland mag werken.
Dit jaar is bovendien de zesmaandenfictie ingevoerd. Deze fictie houdt in dat een werknemer die ten onrechte niet is opgenomen in de loonadministratie of voor wie geen eerstedagsmelding is gedaan, geacht wordt al zes maanden in dienstbetrekking te zijn. De werkgever kan dan over die zes maanden naheffingsaanslagen met boetes opgelegd krijgen.

donderdag, februari 08, 2007

Bestuurder niet civiel aansprakelijk tov fiscus

De Hoge Raad heeft in een civiel arrest uitspraak gedaan over de bestuurdersaansprakelijkheid van een bestuurder-enig aandeelhouder voor de omzetbelastingschulden van twee vennootschappen. De procedure betrof kort gezegd twee vennootschappen met slechtlopende ondernemingen. De bestuurder had gedurende enige jaren de omzetten van de vennootschappen over de jaargrenzen heen geschoven en had diverse malen te lage aangiften omzetbelasting gedaan. De inspecteur legde een reeks naheffingsaanslagen omzetbelasting op. Uiteindelijk gingen de beide vennootschappen failliet en lieten ze hoge omzetbelastingschulden achter met aan de Ontvanger verpande vorderingen die deels oninbaar bleken. De Ontvanger stelde de bestuurder civielrechtelijk aansprakelijk. Hij verweet de bestuurder onrechtmatig handelen. Naar zijn mening had de bestuurder onbehoorlijk en in strijd met wettelijke verplichtingen gehandeld door de fiscale eenheid niet (tijdig) dan wel niet juist en volledig aangiften omzetbelasting te laten doen waardoor de Ontvanger was benadeeld.
De Hoge Raad gaf in het arrest de civielrechtelijke maatstaven aan waaronder een bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Daarvan is onder meer sprake als de bestuurder ten opzichte van de schuldeiser (Ontvanger) zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Uit het schuiven met de omzetten door de bestuurder stond echter niet bij voorbaat vast dat de belastingschulden van de vennootschappen onbetaald zouden blijven. Daardoor was geen sprake van een voldoende ernstig persoonlijk verwijt en verviel de grondslag voor bestuurdersaansprakelijkheid. Bron: Hoge Raad, 8-12-2006, nr. C05/256

maandag, november 06, 2006

Algemene Voorwaarden

De wettelijke regeling met betrekking tot het van toepassing zijn van algemene voorwaarden luidt eenvoudig: ondernemingen dienen hun voorwaarden van toepassing te verklaren én deze op eigen initiatief aan hun wederpartijen ter hand te stellen vóór of bij het sluiten van de overeenkomst. Laat een onderneming terhandstelling na, dan zijn de algemene voorwaarden vernietigbaar. In de praktijk wordt lang niet altijd gevolg gegeven aan deze plicht.
Veelal wordt verondersteld dat het afdoende is in de overeenkomst op te nemen dat de algemene voorwaarden ter inzage liggen en indien gewenst zullen worden toegezonden. Dit aanbod van de onderneming aan de afnemer is evenwel alleen afdoende indien het ter hand stellen van algemene voorwaarden redelijkerwijs niet mogelijk is. Veelal is daarvan in de praktijk echter geen sprake.
Op de strikte regel van de terhandstelling van algemene voorwaarden bestaat evenwel een aantal uitzonderingen. Terhandstelling van de algemene voorwaarden is bijvoorbeeld niet nodig indien de wederpartij van de gebruiker van de voorwaarden (nagenoeg) dezelfde voorwaarden hanteert, indien die wederpartij kwalificeert als een “grote onderneming” (hetgeen onder meer het geval is indien daar 50 of meer personen werkzaam zijn) en indien de wederpartij met de algemene voorwaarden bekend was.

maandag, september 18, 2006

Bijstandouderen tot 4 weken naar buitenland

Ouderen in de bijstand mogen binnenkort niet meer met behoud van uitkering maandenlang in het buitenland verblijven. De termijn wordt teruggeschroefd van dertien naar maximaal vier weken per jaar.
Het kabinet heeft besloten de buitenlandse verblijfsduur in te korten voor mensen met een bijstandsuitkering van 57,5 jaar en ouder die zijn vrijgesteld van de arbeidsplicht.
Alleen bij zwaarwegende omstandigheden mogen gemeenten een uitzondering maken, bijvoorbeeld als een in het buitenland verblijvend familielid ernstig ziek is.

maandag, mei 29, 2006

Actuele WOZ waarde

Vanaf 1 januari 2008 zal de periode tussen het vaststellen van een WOZ-waarde van een onroerende zaak en gebruik van die waarde worden ingekort naar 1 jaar. Die periode is op dit moment nog 2 jaren.
De overheidsinstanties die de WOZ-waarde gebruiken (gemeenten, waterschappen en de Belastingdienst) zullen dus in het jaar 2008 uitgaan van de waarde per waardepeildatum 1 januari 2007. Eerder heeft het kabinet al besloten dat gemeenten vanaf 1 januari 2007 de WOZ-waarde van onroerende zaken jaarlijks gaan waarderen.

maandag, mei 22, 2006

Berging ter vergroting woongenot vergunningsvrij

Voor bouwwerkzaamheden is in de regel een bouwvergunning vereist. Behalve, onder andere, als het bouwwerkzaamheden van beperkte betekenis betreft. In het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken is precies vastgelegd welke bouwwerkzaamheden van dusdanige beperkte betekenis zijn, dat deze zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeente kunnen worden verricht. Soms kan, wanneer aan een bepaald criterium niet is voldaan, worden volstaan met een zogenoemde lichte bouwvergunning. Het verschil met een reguliere bouwvergunning is dat een licht-bouwvergunningplichtig bouwwerk aan minder eisen wordt getoetst. Omdat een bouwvergunningsvrij bouwwerk niet aan voorafgaande toetsing door de gemeente is onderworpen, wordt dit dus ook niet aan het bestemmingsplan getoetst. Eventuele bouwvoorschriften uit een bestemmingsplan zijn dan dus niet op het bouwwerk van toepassing. Mag een tuin volgens die bouwvoorschriften bijvoorbeeld maar voor 50% worden bebouwd, dan kan een vergunningvrije aanbouw waarmee die 50% wordt overschreden toch worden gebouwd. Om vergunningsvrij te zijn verlangt het Besluit, voor aan- en uitbouwen, maar ook voor bijgebouwen bij woningen dat de bebouwing strekt tot vergroting van het woongenot. Bij een aan- of uitbouw bij een woning is dat natuurlijk snel vastgesteld. Maar hoe zit dat met bijgebouwen, bijvoorbeeld bergingen? De rechtbank Den Haag oordeelde op 10 mei 2005 dat de gewenste buitenbergingen niet dienden ter vergroting van het woongenot, en dat er daarom van vergunningvrij bouwen geen sprake kon zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak corrigeerde dit in een uitspraak van 19 april 2006, en verwijst daarbij naar de toelichting op het Besluit.

donderdag, april 13, 2006

Personenvennootschappen

Waarschijnlijk nog dit jaar treedt de Wet Personenvennootschappen (Wpv) in werking. Het wetsvoorstel, zoals dit nu bij de Eerste Kamer ligt, betekent een belangrijke verandering voor de maatschap: de rechtsvormen stille of openbare maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap zullen met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel vervallen. Een en ander vereist ongetwijfeld aanpassing van maatschapscontracten. Graag zij we u van dienst.

dinsdag, april 04, 2006

pensioen in buitenland

Nederlandse ondernemingen krijgen de mogelijkheid hun pensioentoezeggingen onder te brengen bij een pensioeninstelling in een andere lidstaat van de Europese Unie. Het toezicht op de uitvoering van de pensioenregeling gebeurt door de toezichthouder van het land waar de pensioeninstelling is gevestigd. Beleggingen van de pensioengelden moeten voldoen aan eisen van veiligheid, kwaliteit en spreiding van risico's.

Dit staat in een wetsvoorstel waarmee de Eerste Kamer heeft ingestemd. Ook blijft het mogelijk dat Nederlandse ondernemingspensioenfondsen, bedrijfstakpensioenfondsen en beroepspensioenfondsen pensioengelden van werkgevers en zelfstandigen uit andere EU-lidstaten kunnen ontvangen. In dit geval houdt De Nederlandsche Bank toezicht.

dinsdag, maart 14, 2006

wat is "normaal gebruik"?

Bent u van plan binnenkort een huis te kopen met behulp het standaard NVM-contract? Let dan goed op. In artikel 5.3 staat dat 'de onroerende zaak bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen zal bezitten, die voor een normaal gebruik nodig zijn'.
De Hoge Raad oordeelt recent dat dit artikel geen garantieverplichting voor de verkoper inhoudt, tenzij partijen dat kennelijk hebben beoogd. Ook wordt het begrip 'normaal gebruik' strikt opgevat en zal de koper zelf eventuele gebreken moeten opsporen.
De Hoge Raad is tot deze uitspraak gekomen in een zaak waarbij de koper het huis wil gebruiken als bouwperceel voor twee half vrijstaande woonhuizen en legt dit expliciet vast in het contract. Kort na ondertekening van het koopcontract blijkt echter dat het gebied waarin het huis ligt, aangewezen is als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet en dat aanvragen voor een sloop- of bouwvergunning zullen worden aangehouden in afwachting van een nieuw, beschermend bestemmingsplan, waarvoor een periode van maximaal drie jaar is uitgetrokken.
Omdat de koper hierover niet door de verkoper vooraf is ingelicht, wil de koper de koop ontbinden en schadevergoeding. De Hoge Raad wijst eind december 2005 deze vordering af. Hij oordeelt dat sloop niet valt onder wat in het gangbaar spraakgebruik onder normaal gebruik wordt verstaan. De verkoper had dus niet de verplichting om ervoor te zorgen dat het gekochte geschikt was als bouwperceel waarvoor sloop noodzakelijk was, ook al heeft de koper dit voornemen tot sloop expliciet opgenomen in de koopovereenkomst.